Dordrecht wil armoede aanpakken
In Dordrecht zijn veel mensen met een laag inkomen die net rond kunnen komen. Bewoners die in financiële problemen dreigen te raken of te maken hebben met schulden. “Daar willen we samen de schouders onder zetten. Daarom hebben we samen met maatschappelijke partners in de stad het programma ‘Samen tegen Armoede’ opgesteld”, zo is te lezen op de website van de gemeente Dordrecht.
Het gaat om duizenden Dordtenaren. Zo zijn er al 9.600 huishoudens met dreigende schulden en 4.500 huishoudens hebben werkelijk problematische schulden.
Ellende voorkomen
Wethouder Peter Heijkoop: “Er gebeurt al veel in de stad voor mensen in armoede. Maar nog niet genoeg, er is meer nodig om armoede en schulden te voorkomen. We zien nu vaak te laat dat geldzaken niet onder controle zijn. Hoe eerder je signalen opvangt, des te meer ellende je in veel gezinnen kunt voorkomen.”
Gezondheidsproblemen
Armoede en schulden hebben vaak ook effect op de gezondheid. Mensen krijgen bijvoorbeeld last van stress, een depressie of andere gezondheidsproblemen. Peter Heijkoop: “Kinderen die opgroeien in armoede hebben bovendien een minder goed perspectief voor de toekomst dan hun rijkere leeftijdgenoten. Dat vinden we onacceptabel. Alle kinderen hebben recht op een goede startpositie in hun leven.”
Samenwerken
De gemeente Dordrecht, de Sociale Dienst Drechtsteden en vele organisaties in de stad willen – intensiever – samenwerken om armoede aan te pakken. Het voorkomen en aanpakken van schulden krijgt veel aandacht in het programma. Net als het versterken van de startpositie van kinderen. Jongeren die 18 jaar worden, krijgen automatisch voorlichting over geldzaken. Ook komt er – extra – aandacht voor echtscheiding of overlijden; situaties waarin schulden kunnen ontstaan.
Kinderraad
Er is juist ook aandacht voor kinderen en jongeren. Peter Heijkoop: “Ook meepraten is belangrijk. Daarom kiezen we voor een kinderdebat over leven in armoede en voor het instellen van een Kinderraad.”
Lees meer over het programma ‘Samen tegen armoede’.